dinsdag 27 december 2016

Parel in een garage

Het was tijd voor winterbanden.
Twee keer per jaar breng ik de auto naar een kleine garage die wordt gerund door twee mannen, op een bedrijventerrein waar niet veel te wandelen of winkelen is.
Boven in een rokerig kantoortje breng ik dan de tijd door met een boek tot de banden verwisseld zijn.
Deze keer had de eigenaar bezoek. Er werd, zoals meestal het geval is als ik daar ben, over geld gesproken, over de rijkste man ter wereld, over de loterij.
En dan is er zo'n moment waarop je kunt beslissen wat je doet: ga ik lekker in mijn boek lezen of open ik me voor een mogelijk gesprek?
Afsluiten is soms zo makkelijk.
Ik besloot voor contact.
En zei hoe geweldig het zou zijn als die rijkste man ter wereld zou beseffen dat hij misschien wel de sleutel tot oplossing van armoede in zijn hand  heeft, want als hij zijn geld zou verdelen onder alle mensen zou er veel kunnen veranderen in de wereld.
Ze keken me wat glazig aan.
Ik vroeg wat zij zouden doen als ze een groot bedrag zouden winnen.
'Reizen', zei de bezoeker meteen.
De eigenaar ging er niet op in en zei dat hij ooit 5000 gulden had gewonnen met een lot. Hij had het cadeau gekregen van een neefje voor zijn verjaardag, en heeft toen het geld met hem gedeeld.

Toen vertelde ik over het 'Death' project in het atrium in het stadhuis in Den Haag, en dat daar een groot bord hangt met de vraag: 'Als je nog een maand te leven hebt, wat zou je dan doen?'
De bezoeker zei dat hij daar nog nooit over had nagedacht, maar dat hij nog heel veel zou reizen, om veel van de wereld te zien.
Toen ik de vraag nog eens stelde aan de eigenaar van de garage, zei hij: "Ik zou precies hetzelfde blijven doen als ik nu doe. Ik heb het goed en ben dankbaar dat ik leef".

Wat een een parel op een druilerige ochtend in een rokerige garage.


dinsdag 22 november 2016

Ik sterf dus ik ben

De Japanse kunstenaar Yang Zhenzhong heeft aan allerlei mensen gevraagd om de zin 'Ik zal sterven' voor de camera uit te spreken, in hun moedertaal, en was nieuwsgierig naar de uitdrukking op hun gezicht als ze deze zin zouden uitspreken. De mensen maken je bewust van je eigen sterfelijkheid.

Dit is opgepakt door stichting Stroom, een kunstcentrum dat allerlei activiteiten aanbiedt.
Men heeft een Death Café georganiseerd om met elkaar in gesprek te komen over de dood.
Maximaal zes mensen kunnen zich aanmelden voor een bijeenkomst, waar ieder 10 minuten de ruimte krijgt om over de dood te praten, zonder onderbroken te worden. Her lijkt op het concept van de 'Inquiry' waarbij hier echter geen vraag werd gesteld, en nu zes getuigen waren, de gespreksleider meegerekend.
Op mijn verjaardag had Erik vrij en we hebben ons opgegeven met de gedachte iets buiten onze comfortzone te doen. Vrijdagochtend om 11 uur zaten we met een groep onbekenden om een tafel in het Atrium, 'plek waar iedereen aangifte doet van geboorte en overlijden', zo staat het mooi in de folder.
Tien minuten lang over de dood praten lijkt voor de één lang, voor de ander misschien kort; bij de meesten vielen er stiltes, het gevoel: dit is het wel wat ik te zeggen heb, waarna er toch weer andere of diepere gedachten bovenkwamen. Een mooi concept, want omdat je niet meteen bevraagd  of onderbroken  wordt, kun je meer bij jezelf blijven, je eigen beelden, gedachten, gevoelens.
Wat vond ik het fijn om een keer ongestoord over de dood te kunnen praten. Erover denken of de woorden uitspreken te midden van getuigen, is iets totaal anders. Het geeft wat je zegt meer bodem, hoe sterk gedachtekracht ook is. Je intieme binnenwereld woorden geven maakt dat je jezelf deelt en daarmee de wereld iets geeft van jezelf.
Het werd een mooie ronde, een ontmoeting ook. Nadat iedereen had gesproken gingen we, na een korte pauze, met elkaar in gesprek, voorzichtig. Over en weer werden vragen gesteld, ideeën aangereikt, verduidelijking gegeven, in een sfeer van zachtheid en ja, misschien wel troost.

Ik besef nu en voelde daar dat op zo'n intieme manier praten over de dood iets troostends heeft; uiteindelijk gaan we allemaal deze zee over, op ons eigen moment, angstig, opgelucht, reikhalzend, hoe dan ook, we gaan. En daarin zijn we allemaal gelijk, open voor het ongewisse, elkaar in de geest steunend omdat we mens zijn.

Ik nodig je uit het eens te proberen: zeg hardop: 'ik sterf dus ik ben' , misschien eerst tegen de spiegel, dan aan een ander mens, en vraag een ander dat ook te zeggen.
En kijk dan wat er ontstaat.

Ik vroeg aan man die uitleg gaf over de tentoonstelling of hij de zin zelf al had uitgesproken. Nee, dat had hij niet gedaan. Ik nodigde hem uit, en zie het zelf ook. En de sfeer veranderde tussen ons. Alsof er iets van ons af viel, tussen ons weg viel. En we elkaar kenden.

dinsdag 25 oktober 2016

Free fighting

Ruim een week geleden zag ik bij de uitzending van Nieuwsuur een reportage over 'free fighting' of 'hooliganfreefighting: twee groepen supporters van verschillende voetbalclubs die met elkaar afspreken ergens buiten op een afgelegen plek óp het platteland. Wat ze gaan doen is met elkaar vechten, met een minimum aantal regels: gelijk aantal, afgesproken tijd (van 1 tot 5 minuten) en dan mag (bijna) alles, en gaan ze los.
Het deed me denken aan films over vroeger waarin je twee legers elkaar ziet naderen, wapens in de aanslag. Hier waren het dus vuisten in de aanslag. Een eerlijk gevecht kun je zeggen als je het vergelijkt met de onzichtbare manieren van oorlog voeren van tegenwoordig. 'Voetbal is oorlog', wordt hier dus zichtbaar.

Ik vond het naar en beangstigend om te zien, maar dat zal voor iedereen anders zijn.
We kunnen er van alles van vinden, en dat mag, natuurlijk.


Moet je het verbieden?
Moet je het toestaan?
Moet je het toejuichen?

In dezelfde uitzending wordt een hoogleraar klinische psychologie aan het woord gelaten die openlijk zegt dat hij het prima vindt wat er gebeurt omdat de agressie er toch uit moet....
En dat gaat me te ver.
Te ver omdat het een publieke figuur is wiens mening daardoor meer waarde wordt toegedicht.
Te ver omdat deze hoogleraar leiding geeft aan een faculteit waar psychologie wordt gedoceerd, 'leer van de ziel', wetenschap die het (individuele) menselijk denken en gedrag bestudeert. En vervolgens gaan deze studenten mensen in de maatschappij helpen die zijn vastgelopen.
Te ver omdat allang bekend is dat wat je voedt, groeit. Dus voedt je je agressie, dan wordt je agressiever, en de volgende keer doe je er  nog een schepje bovenop. Ik bedenk me hoe het is als ze die avond weer thuis komen, hoe ze hun vriendin, hun familie bejegenen, en vrees het ergste.

Wat dan?
Natuurlijk heb ik het antwoord niet.
Maar ik mis iets, en dat lijkt steeds structureler te worden.

Hoe kan ik dat het beste verwoorden?
Is het dat ik schrik van de onverschillige toon van deze hoogleraar?
Is het gevoel dat ik mis? Afschuw, medelijden, compassie?


Laat ik helder zijn, ik vind het zelf heel lastig om compassie te voelen voor mensen die elkaar moedwillig afrossen. Toch meen ik dat achter ieder ongewenst gedrag een  verlangen zit, naar erkenning, gezien worden, erbij willen horen, en uiteindelijk een verlangen naar liefde.

Michelle Obama sprak in haar geweldige speech over rol modellen die we nodig hebben. Rolmodellen die ons bij ons verlangen oproepen het beste van onszelf te willen leven. 
In haar speech ging het over de manier waarop vrouwen bejegend worden, maar het is breder: hoe wil je met je (onbekende) medemens omgaan, ook als hij of zij heel anders denkt dan jij, op een andere politieke partij stemt, supporter is van een andere voetbalclub, een andere religie aanhangt? 



Wat ik mis is de zorg, de zorg van mannen die zich vader van alle jongeren voelen, wie het aan het hart gaat dat jongens elkaar moedwillig afrossen, een vreemde stompen in het gezicht, schoppen waar ze kunnen. Wat ik mis is de bereidheid dit gedrag te willen kanaliseren en manieren te vinden waarin frustratie en agressie geuit kunnen worden op een meer constructieve wijze.

Mannen die zich mentor (willen) voelen van onze jongeren.
Is dat mogelijk?
Ik hoop het met heel mijn hart.
Hoe?
Het begint met een keuze: je niet willen afwenden van wat er gebeurt, maar je medeverantwoordelijk voelen voor wat er om je heen gebeurt.

En vanuit die houding jouw bijdrage leveren, op wat voor manier dan ook, met vallen en opstaan.
Als we maar uit de onverschilligheid blijven. 





woensdag 28 september 2016

Eren

Eren, een woord dat weer 'mag'.
Vooral in het systemisch werk wordt geëerd, als het 'werk' gedaan is. dan wordt een vader, moeder, familie of hele lijn geëerd.
Het zijn momenten van grote schoonheid, van tijdloosheid, vol van eerbied.
Heiligheid.

Ik vroeg me af of we dat allemaal in ons hebben.
Kunnen we eren?
Heb je als mens eerbied van nature?
En als je het niet weet: kun je eerbiedskrachten ontwikkelen in jezelf?
Ik denk van wel, door mooie verhalen, schoonheid om je heen, aandacht, zachte aanraking en de ervaring dat er respect is voor jouw grenzen.

Hoe doen we dat dan, eren?
Een mens eren, een ding eren, een gebeurtenis eren?

'Eer uw vader en uw moeder'  is één van de geboden. (Het is maar de vraag of het een gebod was, ik zie het liever als een aanreiking.)
Als kind vertaalde ik dat als gehoorzamen, en in de puberteit gooide ik het gebod aan de kant, en heb dat lange tijd volgehouden...

Eren heb ik moeten leren.
Het heeft te maken met een open hart, vertrouwen,  veiligheid en voorbeelden krijgen.
Op vele plekken heb ik in mijn volwassen leven die voorbeelden gekregen van mensen en leraren op mijn pad, en de plek die eruit springt is het hospice waar ik vijf jaar als vrijwilliger heb gewerkt.
Met veel aandacht werden de gastbewoners verzorgd en bejegend.
Het naderende afscheid maakte dat de buitenkant wegviel en het contact oprecht.
Wonderen heb ik zien gebeuren bij mensen die hun hart hadden gesloten en door de liefdevolle zorg zich langzaam konden openen.
Ze werden geëerd in wie ze waren, met alles wat ze mee brachten aan eigenheid, met hun verdriet, pijn, zorgen maar ook humor en vreugde.

Toen mijn moeder overleed, heb ik de wens uitgesproken haar te willen wassen. We waren niet gewend aan wat intiemer fysiek contact met haar en ik was de enige van mijn broers en zussen die het wilde. Mijn zorgzame schoonzus die verpleegkundige is, had het initiatief bij het wassen van mijn moeder en begeleidde me daarin.
Ze liet me met mijn moeders handen.
En ik heb haar handen met rozenolie ingesmeerd, handen die hadden gezorgd, gewassen, gekookt, schoongemaakt, geschreven, geslagen (als de onmacht overheerste) en te weinig hadden gekoesterd, gestreeld, ze wist niet dat en hoe....

En ik kon het, ik kon haar handen strelen, eren, no hard feelings meer, dat werk was gedaan.
Zo dankbaar was en ben ik voor deze ervaring.
Deze handeling heeft iets in mij geheeld en de herinnering, bijna 10 jaar geleden, maakt blijvend zacht.

Ik vroeg me af of we dat allemaal in ons hebben.
Hebben we als mens eerbied van nature in ons?
En als je het niet weet: kun je eerbiedskrachten ontwikkelen in jezelf, ook als je volwassen bent?
Ik denk, ik hoop van wel, door mooie verhalen, schoonheid om je heen, zachte aanraking, aandacht en de ervaring dat er respect is voor jouw grenzen.





dinsdag 30 augustus 2016

Lorelei 2016

Voor het festival begint, vraag ik me altijd weer af waarom ik toch ga, met zoveel vrouwen, gedoe met tenten, eten, workshops geven/volgen, wel of niet, en welke?
De overgang van de 'gewone' wereld naar dit bad vol warmte is soms groot, en roept eerst wat weerstand op, die vaak na een paar uur verdwijnt.
Op Lorelei mag je zijn met alles wat er is, dus ook met je weerstand, je angsten, je innerlijke gesprekken over van alles en nog wat, je gegiechel, je onzekerheid, je tranen en je slappe lach.
Je stapt in een bedding die lange tijd is voorbereid: je kunt het je voorstellen als een schaal in een schaal in een schaal: er is een kernteam, dan is er een team van 13 hoedsters, dan is er een team van vrijwilligsters, dan een team van medewerksters, en in die enorme bedding worden de deelneemsters ontvangen. En dat is voelbaar.
Bij de start is er een openingsceremonie op het mysterieveld, waar een vuur wordt ontstoken en brandend wordt gehouden tot de sluitingsceremonie. Dag en nacht brandt het vuur, en komen vrouwen even tot zichzelf op deze plek van stilte.
Er is een healing/verwenveld, waar je je kunt laten masseren, readen, healen en nog veel meer.
Er zijn vele workshops die je kunt volgen, voor elk wat wils, en 's avonds is er op de verschillende velden van alles te doen en te zien zoals dansen en zingen, en luisteren naar verhalen.
En er lopen vrouwen in alle soorten en maten, feestelijk, eenvoudig of juist uitbundig gekleed, in de loop van de dagen steeds meer met een henna schildering of een prachtige jurk of rok die ze aangeschaft hebben in een van de vrolijk versierde kraampjes.
De maaltijden zijn goed verzorgd en smaakvol, en staan als buffet klaar op het centrale veld waar vele ontmoetingen plaatsvinden.

Er zijn speciale workshops voor jonge meisjes die in hun maantijd zijn, en dit jaar waren voor het eerst ook de grootmoeders vertegenwoordigd, die hun eigen cirkels en workshops gaven, waarin decennia lange wijsheid werd gedeeld.

En natuurlijk ontbreekt ook hier de Rode tent niet, waar vrouwen kunnen bijkomen van alle indrukken, kunnen delen wat hen bezighoudt, en waar ik zondagochtend vroeg mantra's heb gezongen.

Er is een strandje, 10 minuten lopen, waar 's morgens door een groep vrouwen het water werd geeerd en 'bedanst', en waar ik de workshop: 'Bezing je eigen leven, bezing je eigen dood' gaf, die altijd weer als intens wordt ervaren. Overzicht over je leven vraagt letterlijk een plek met overzicht, vandaar dat we over het water uit moesten kijken.
Met Caroline en Bea gaf ik 2 keer de workshop 'Ontmoeten rond leven en sterven', een plek om al je vragen te stellen. Er gebeurden wonderen voor onze ogen, deelneemsters die elkaar steunden en heling gaven. Dat stemde ons dankbaar.
Zaterdagavond vond de vuurloop plaats met 50 vrouwen die zich urenlang onder begeleiding voorbereidden. Het begon te weerlichten, regenen en donderen, waarmee de drums die door een groep vrouwen werden bespeeld nog eens werden versterkt. En het leek wel of alle natuurkrachten, die van de hemel en de aarde samenwerkten bij deze loop, zo intens was het.

En vooral is er veel warmte voelbaar, er is een sfeer van veiligheid, van vrouwen met elkaar, van zusterschap. Je raakt zomaar in gesprek met iemand die je niet kent, of vraagt even hulp, of je wordt ineens geholpen.

Dit jaar sliep ik in een tent met 8 dierbare vrouwen, en kwamen we regelmatig even 'thuis' bij onze tent om op te laden, te delen of uit te rusten. Er was ruimte om te lachen, te huilen, chagrijnig te zijn of stil, en we zijn gestart met een deelronde en hebben daar ook weer mee afgerond, om het voor onszelf rond te maken. Zo verschillend als we allemaal zijn en onszelf daarin durfden te zijn, maakte ons samenzijn heel rijk, leerzaam en inspirerend. En maakte dat het thema van dit jaar: 'zusterschap' aan den lijve voelbaar werd.

En ieder maakt haar eigen proces door tijdens het festival, en ieder jaar leer ik weer, en dit jaar heb ik vooral geleerd dat er voor alles een maat is, dat we allemaal gelijkwaardig zijn en dat ik toch echt heel veel verbinding heb met Maria van Magdala.

En zo vele vrouwen als er zijn, zo vele verhalen en persoonlijke ervaringen kunnen er verteld en geschreven worden over het Loreleifestival dat zich net als wij altijd weer verder blijft ontwikkelen.
Blij, opgeladen en dankbaar kwam ik thuis.

De volgende dag riep mijn zoon van boven:"Mam, doet de pc het bij jou?", en weet je wat ik dacht te horen? ...."Mam, weet je dat ik van je hou?"  Dat gebeurt na Lorelei, dan luister je met Lorelei-oren, en zo wordt de wereld mooier, want ik deelde het met hem waarop hij lachend zei: "Ja, dat ook, dat weet je."

zondag 7 augustus 2016

Chartres en haar beelden, in het bijzonder Anna.

Na acht maanden ben ik er weer, bij mijn geliefde kathedraal. Ze is al gesloten als ik er aankom.
Ik groet het beeld van Christus aan het Zuidportaal, sta lang voor het Koningsportaal en loop dan naar Anna die door zoveel koningen en profeten omgeven wordt. Nu ik haar kerk in Jeruzalem heb bezocht, de grot heb gezien waar ze haar dochter heeft gebaard en ik voor haar heb gezongen in haar kerk die bekend staat om haar geweldige akoestiek,  ervaar ik haar  hier in Chartres op een andere manier. Ik voel meer verbinding met haar en ervaar nog meer haar koninklijke plek.  Dicht om haar heen staan alleen maar mannen, maar zij staat hier centraal, Anna, grootmoeder van Jezus. We verbinden ons meestal met zijn moeder, met zijn vrouw, maar minder met zijn grootmoeder.
Één van mijn doopnamen is Anna, dat is mij toegevallen door mijn geboortedatum die samenviel met die van mijn tante Anne in Engeland. Niets is voor niets.
Iedere keer als ik de kathedraal bezoek, is er iets anders te zien, en de beelden worden oude bekenden. Het is fijn er alleen te staan, zonder toeristen, helemaal alleen in de avond. Tijdloos, eeuwenoud, en alsof ik contact heb in de geschiedenis. Ik ervaar dat eeuwen wegvallen, een soort van eeuwenoud verbond. De steen belichaamt het eeuwige. 

Aan het eind van ons bezoek ga ik weer naar Anna, er komt een non naar buiten die vraagt of ze een foto van me zal nemen, hoe bijzonder. Het lijkt haar eerste keer, ze heeft geen idee hoe de mobiel werkt en de foto wordt scheef zonder Anna's hoofd, de tweede ook en ik laat het en bedank haar. Een tijdje later vraag ik de enige persoon die op dat moment daar loopt of hij een foto van mij onder Anna wil maken, ik wil nu toch graag een goeie foto. Hij blijkt de fotograaf van de Kathedraal te zijn en zegt me dat dat Anna niet is. Ik kijk hem aan, aarzel, en blijf staan, figuurlijk. Zeg dat ik het eigenlijk wel zeker weet, en vraag of hij toch een foto van me wil nemen. Hij maakt een goed gelukte. Thuis kijk ik natuurlijk toch de boeken na, en in alle boeken staat dat het Anna is. Ik mag vertrouwen op wat ik meen te weten.



maandag 27 juni 2016

Berg der Verzoeking

Jericho ligt aan de voet van de berg der Verzoeking, de berg waar Jezus na de doop in de Jordaan 40 dagen vastend heeft doorgebracht. Er staat geschreven  dat hij door de duivel en door satan werd bezocht, interessante blik op 'het kwaad': de duivel en satan worden voor zover ik weet door elkaar gebruikt, in het evangelie van Johannes worden ze apart genoemd. Bij Steiner lees ik dat met de één Lucifer wordt bedoeld en met de ander Ahriman. Drie keer wordt hij 'verzocht', verleid, en hij weerstaat. Het beeld van de mensheidsrepresentant (door Steiner ontworpen, staat in Dornach) laat dit mooi zien: Christus rechtop staand tussen Lucifer boven zich en Ahriman beneden in, ze niet wegjagend of vernietigend, maar in toom houdend met zijn gestalte en gebaren.
De illusie mogen we best hebben, evenals het aardse, koude denken, zolang we ons bewust zijn van de krachten die erin werkzaam zijn, en zelf aan het roer blijven. Het juiste midden vinden, daar gaat het om.

Op die berg heb ik een dag doorgebracht. Je kon met een kabelbaantje naar boven, maar dat was niet mijn bedoeling, die waren er in de tijd van Jezus ook niet.
Er werd veel gebruik van gemaakt want ik ben niemand tegengekomen op het pad naar boven.

Dan kom je bij een orthodox 'complex': het Sandorion klooster: een straatje met huisjes, die naar het kerkje leidt. Dit alles is niet groot want het is in de rotsen gebouwd. Een hevig telefonerende monnik staat bij de ingang van de Grotkerk; vervreemdend effect heeft dat, als je zelf net getracht hebt in de voetsporen van Jezus te lopen. De eerste ruimte van de kerk is donker, en zoals in alle orthodoxe kerken staat deze vol met ikonen, afbeeldingen, en grote lange kerkstoelen langs de kant.
Een trapje leidt naar een volgende ruimte, waar licht vanuit de ramen valt op prachtige afbeeldingen op de muur. Een totaal andere sfeer hangt hier, het lijkt bijna nat-in-nat, die schilderingen.
Even ben ik er alleen, maak foto's en besluit hier een tijd te gaan zitten op de grond, stoelen zijn er niet. Wat ik nog niet meteen doorheb, is dat hier de steen ligt waarvan men zegt dat Jezus hier weigerde stenen in brod te veranderen. Algauw is de ruimte gevuld met een grote groep toeristen, en het volgende tafereel zal ik de komende 2 uur vaak voorbij zien komen:
Binnenkomen, foto's nemen van de ruimte, de Heilige plek zoeken, aanraken, met zakdoekjes erop en erlangs, foto hiervan nemen, dan iemand anders een foto van jou laten nemen, dan  neem jij weer een foto van de ander, en dan mag de volgende. Met een groep van 30 personen duurt dat wel even. Maar dan moet er plaats gemaakt worden voor de volgende groep, dus de gids gaat de mensen 'opheuen', waardoor de energie in de ruimte nog 'haastiger' wordt.
Op een gegeven moment hoor ik gezang, er komen enkele vrouwen die een lied zingen dat met 'Christo' begint, het klinkt prachtig. ze nemen de tijd, hebben geduld om anderen voor te laten gaan, en wachten al zingend. Ik neem het op mijn telefoon op. Als deze groep de steen heeft aangeraakt, vraag ik iemand van de groep waar hij vandaan komt (Oekraine) en of hij de woorden van het lied wil opschrijven. Daar ontstaat weer een gesprek over tussen enkele landgenoten. Ik dank hem voor de moeite en ben blij.
Na enkele uren verlaat ik het klooster en ga op zoek naar een stille plek zonder mensen. Dat is niet makkelijk, het pad houdt op bij het klooster en er loopt nog een kort pad naar de ingang van de kabelbaan. Dan zie ik voorbij een soort schuur een oud paadje lopen, wurm me er langs, loop een stuk en zoek een stille plek waar ik mediteer op mijn eigen verzoekingen, schrijf, zing, een melodie maak voor een lied met de vraag: 'What is your temptation'? en gewoon ben.

Later hoor ik het lied 'Christo' aan de oevers van het meer van Galilea, bij Tabgha. Het klinkt al vertrouwd.
En ontdek thuis dat er vele versies zijn met deze tekst, maar dat déze melodie uit Taizé komt. Wie weet ga ik hem 'instuderen' met mijn mantra groep.







maandag 30 mei 2016

Terugblik op reis door Israel



Twee weken heb ik rondgelopen en gereden in Israel, de eerste week alleen, de tweede week met reismaatje Tineke.
Een diep weggestopte wens heb ik na al die jaren weer toegelaten, en toen kon ik niet meer wachten, hoe spannend ik het ook vond.
Het bleek een pelgrimage te zijn, naar de wortels van mijn geloof.
De eerste paar dagen, en eigenlijk de hele reis door, zei ik hardop: “Ik ben hier, ik ben op de plekken van de verhalen waarmee ik opgegroeid ben. Jij hebt hier gelopen, jij hebt hier geleefd, dit is, dit was jouw land.”
Jeruzalem, de plek van de kruisiging, het graf, en de opstanding, voelde als een bakermat, hier liggen de wortels van het christendom. Wat we er ook van gemaakt hebben, en dat verdient geen prijs, het is hier fysiek begonnen en heeft zich wereldwijd verspreid. Je hoort talen van over de hele wereld, busladingen vol toeristen in alle soorten, maten, kleuren en gekleed in de mooiste gewaden bezoeken de Heilige plekken, onafgebroken gaat het door, dag in dag uit.  Het besef dat zijn leringen dit hebben teweeggebracht, dat mensen minstens 1 x in hun leven een pelgrimstocht willen maken naar het Heilige Land,  dat besef ontroerde me regelmatig.
De mens Jezus, die daar heeft geleefd, heb ik kunnen voelen. De Goddelijke energie van Christus is niet speciaal daar, die is overal in de wereld.

Ik reisde van Jeruzalem via de Dode Zee via Jericho naar het noorden, rond het meer van Galilea (Cafernaum, Tabgha, Migdal) om via Nazareth en Bethlehem weer terug te keren naar Jeruzalem.
Werkelijk overal zijn kerken overheen gebouwd, over iedere Heilige plek. In het noorden was ik aangenaam verrast om nog een authentieke sfeer te kunnen proeven omdat de Heilige plekken daar niet waren uitgegroeid tot toeristische trekpleisters vol winkeltjes. Er kwamen ook daar natuurlijk bussen met gelovigen, maar minder dan in en rond Jeruzalem en in een andere sfeer. Zittend aan het meer van Galilea was het niet moeilijk me 2000 jaar terug in de tijd te wanen.
De eerste aanblik van het meer was overweldigend, en dat gevoel zakte iets maar verdween niet. Uren kon ik daar zitten en Tineke wilde ook langere tijd op een plek zijn, zodat we goed in onze eigen en gezamenlijke stroom konden blijven. En door het kunnen 'zakken' op deze Heilige plekken voelde ik dat ik gevoed werd op een bepaalde laag in mezelf.

Tegelijkertijd is daar de huidige situatie, het soms wel en vaak niet kunnen samenleven van verschillende bevolkingsgroepen, gebaseerd op verschillen in religie, gedirigeerd door wapens, intimidatie en angst. Ik zag apartheid, zichtbaar voor iedereen, en we laten het gebeuren. Ik las een verzoek in een hotel in Bethlehem  (Palestijns gebied) om zuinig met water te zijn want ze krijgen maar 1 keer per week nieuwe aanvoer van water. Ik sprak met mensen en hoorde hun verlangen om een veilig leven te leiden. En soms sprak ik iemand aan, een monnik, een orthodoxe Jood (toen ik een keer verdwaald was) en kreeg geen reactie omdat ze niet met me mochten/wilden spreken. Waar ik dan door van slag raakte.
Hoe moest ik dit alles rijmen met elkaar?
En uit het oordeel blijven?

Het is een grote innerlijke zoektocht die waarschijnlijk een leven lang zal duren:
Ideaal en werkelijkheid, wat je ‘predikt’ en hoe je handelt, zeggen en doen, dat in lijn met elkaar brengen. Een van de grootste leringen van Jezus.
Een dagelijkse oefening, en eigenlijk komt die op één ding neer, die voor ons mensen de grootste uitdaging blijft: heb uw naaste lief zoals uzelf. 
Niet meer, niet minder, evenveel.







zondag 24 april 2016

Wat is erger dan de dood? Reacties

Op mijn vorige blog zijn verschillende reacties gekomen.
Ik dank jullie daarvoor en wil ze hier delen zonder namen te noemen.
Het maakt duidelijk wat een strijd het leven soms kan zijn.
En wat een kunst het is je eigen weg te vinden die klopt en vervult.

Deze reactie kwam op het blog:


Erger dan de dood is voor mij; niet léven, niet in het leven stappen, maar wachten totdat....
Ik lees nu mooie boeken van Stephen Levine over dit onderwerp: hoe kan je leven, zodat je kan sterven?


Hier zijn de reacties die op Linked in kwamen:

Oprecht een goede vraag , een leven wat ondragelijk is denk ik

Ik ga over je vraag nadenken, vind hem heel interessant

Soms is (het) leven zwaarder dan de dood

En deze reacties kwamen op Facebook:

Wat een moeilijke vraag. Hij gaat er al van uit dat de dood erg is. Ik voel dat niet zo.
Het sterven lijkt mij 'erg': de fysieke pijn die er vaak, en misschien wel meestal, mee gepaard gaat, het scheidingsproces, het verzet, het niet willen. De 'strijd', tegen de pijn, tegen het afscheid, tegen de dood, vind ik waarschijnlijk het ergst

Niet 'kunnen' leven

Eenzaamheid

De angst voor het onbekende en het loslaten van alles waar je in dit leven aan gehecht bent, niet hebt ge- en beleefd, nog zou willen (be)leven...

Niet je eigen leven leven!

Met wat erger is als de dood waarmee ik al op jonge leeftijd mee geconfronteerd werd twijfel ik tussen het niet geaccepteerd worden door anderen van mezelf en mijn gebrek aan zelfvertrouwen

Mij lijkt het heel erg als ik terug zou kijken op mijn leven (vanuit 'de dood') en me zou bedenken dat ik niet geleefd heb waarvoor ik hier gekomen was. Voor de dood ben ik niet bang, maar vind de momenten vreselijk wanneer ik het gevoel heb dat ik de tijd aan het doden ben. Me levenloos en lusteloos voel. Wat een boel woordspelingen heeft onze taal met 'dood'! Dat valt me nu pas op. ha ha, spelen met woorden, daar wordt ik levendig van

Lijden en dan vooral het zien lijden van dierbaren: is machteloosheid

Dat is ook wat bij mij opkomt. Het meemaken van een pijnlijk lijden van een geliefde. Dat vind ik erger dan de dood.
Mooi om te lezen hoe dit voor iedereen anders is. Heel persoonlijk dus

Het afgescheiden zijn lijkt mij erger dan de dood

Wat voor mij erger is dan de dood is dat ik weer opnieuw terug ga naar aarde.... Ik word echt fysiek beroerd als ik daar aan denk

Wat is erger dan de dood? Niet vol uit geleefd hebben en dan in het 'hiernamaals' komen en zien dat je ' het' niet geleefd hebt, ondanks al je verlangens. Maar misschien is dat wel helemaal niet erg, want je mag nog een keertje, weer op hetzelfde thema. Ik leef steeds meer vol uit en roep regelmatig naar het universum. Als je me hier alsjeblieft nog maar 40 jaar laat! het begint net leuk te worden! Wat is erger dan de dood? Te vroeg sterven? Nah ja, nu wordt het een filosofische discussie. Dank Marion voor de mooie dingen die je leeft en deelt. Xx
 

Als je in dit kader wilt kijken naar een mooie Ted Talk, is de volgende een aanrader, met dank aan Carola Kruijswijk voor het delen:  Being instead of doing:
 https://www.youtube.com/watch?v=O8U8Pkod2n4