Waken na overlijden
In vroeger tijden was het waken bij
overledenen onderdeel van het leven, waardoor de dood als een natuurlijk deel
van het leven werd ervaren. De overledenen bleven in de woning en er kwamen
veel bezoekers. Er was sprake van een gefaseerde periode van rouw die zichtbaar
en herkenbaar was voor de hele gemeenschap.
Langzaam aan is het waken na overlijden in
onbruik is geraakt door de komst van mortuaria en het weghalen van de dood uit
het dagelijks leven, door alles over te laten aan uitvaartbedrijven.
Dat is jammer, want waken na het overlijden is
een mooi gebruik dat nabestaanden en de overledene goed kan doen.
Waarom zou je waken?
Voor jezelf:
De periode tussen overlijden en uitvaart wordt
vaak als een drukke tijd ervaren door alles dat geregeld moet worden. Als je
ruimte kunt vinden om in stilte bij je overleden dierbare te zijn, kan dit je
rust geven, inzicht, verstilling, verdieping en verbinding. Het zijn bijzondere
en unieke dagen waarin je samen met de overledene kunt zijn voordat het lichaam
aan de aarde of het vuur wordt toevertrouwd.
Wanneer je met meer mensen waakt, kan deze
gemeenschappelijke beleving en nog vrij ongebruikelijke ervaring de onderlinge
band versterken.
Voor de overledene:
Een heel kort antwoord hierop is lastig te
geven want om het waarom te begrijpen zou je je
moeten verdiepen in de visies die hieraan ten grondslag liggen. Er wordt
in deze visies vanuit gegaan dat het leven niet stopt na het overlijden.
Vanuit deze visies is de periode tussen
sterven en de uitvaart belangrijk voor de overledene en moet het lichaam zoveel
mogelijk met rust worden gelaten. Het proces van sterven en de overgang van de
aarde naar de geestelijke wereld gaat in fasen.
Na de dood raakt het menselijk lichaam geleidelijk
aan als het ware ‘onbewoond’. De levenskrachten van de overledene
(levenslichaam, de ziel en onze individualiteit) hebben tijd nodig om los te
komen, ongeveer een dag of drie. In die periode vindt een eerste terugblik
plaats op het leven, dat zojuist is afgesloten, het zogenoemde levenstableau.
Voor dit proces dat ongeveer drie dagen duurt, heeft de overledene alle kracht nodig. Het waken ondersteunt dit
proces. Daarom is de sfeer, de stemming tijdens het waken belangrijk: zo zuiver
mogelijk, er wordt zacht gesproken, zonder overbodige spullen, met zacht
kaarslicht dat geen schaduwen werpt op het hoofd van de overledene.
Wat doe je praktisch als waker?
Bij het betreden van de opbaringsruimte ga je
een drempel over, je betreedt heilige grond.
De overledene ligt opgebaard in
een mand/kist/baar of op het eigen bed.
Er staan kaarsen, die je aansteekt
als je komt en uitblaast bij weggaan.
Als er wordt opgebaard met graszoden besproei
je met een plantenspuit de graszoden bij het komen en het weggaan (zie opbaren
met graszoden).
Je kan een bakje met rozemarijn badmelk
neerzetten.
Hoe ondersteun je het proces?
Als waker (liefst met meer) schep je als het
ware een beschermende ruimte van liefde
en warmte waarbinnen de overledene zich bezig kan houden met diens
levenstableau. Je bent dus als het ware hoeder van diens
loslaatproces. Dit kan een enorme kracht voor de overgegane betekenen.
Door de omhulling met rozemarijn en
bergkristal help je de zuivering, het inzicht, het overzicht, het loslaten en
de bescherming tegen invloeden van buitenaf. Rozemarijntakjes werden in het
oude Egypte op de graftombes van de farao’s gelegd om hen te helpen hun
vroegere leven te herinneren.
Je brengt dus niet zozeer jezelf in de ruimte
met je eigen dingen, je dient het proces liefdevol en je bent met je bewustzijn
bij de overledene.
Dit kan door:
Het lezen van spirituele teksten die voor jou
betekenis hebben.
Het lezen van spirituele teksten waar de
overledene verbinding mee had.
Het maken of zingen van zachte muziek.
Kleuren of tekenen met zachte potloden
In rust en stilte zijn, bidden (Onze Vader), mediteren,
herinneren, een koepel van omhulling en vrede visualiseren.
Tijden
De nachten zijn de momenten waarop er weinig
bewustzijn vanuit de levenden bij de overledenen is, dus deze tijden zijn zeer
helpend.
Zijn er minder mensen, dan zijn de tijdstippen
van waken met name rond de zonsopkomst en zonsondergang van belang, evenals
rond het middernachtelijk uur. De overgegane heeft dan de meeste moeite van
verstoringen. In zieken- en verpleeghuizen blijken dat ook vaak de uren met de
meeste onrust te zijn.
Bronnen:
Charon uitvaartbegeleiding
De wereld van de gestorvenen door Rudolf
Steiner
Omgaan met gestorvenen door Hans Stolp en
Margarete van den Brink