donderdag 23 januari 2020

Mijn ervaring met God

'Schrijf maar over mij", hoorde ik in mezelf vanochtend vroeg in bed, toen ik nadacht over een blog.

Schrijven over God is iets dat ik niet goed durf, bang voor onbegrip, hokjesgebeuren, neerbuigendheid, uitgelachen worden.
Schrijven over God en hoe ik God ervaar is voor mij één van de meest intieme dingen die er bestaan.
En toch....ik leef dagelijks met God en heb godzijdank geen last van het woord God. God is voor mij ook niet mannelijk of vrouwelijk, het gaat daar ver aan voorbij. Wel ben ik lang op zoek geweest naar de God die resoneerde bij mijn beleving. De God waarover op de lagere school en op de zondagsschool werd gesproken begreep ik niet goed, met die strengheid en die oorlogen. Die zei ik in mijn puberteit vaarwel, waarna het grote zoeken begon.

Huub Oosterhuis verwoordde de twijfel, dominee van der Zee die ik een tijdlang bezocht op zondagochtend tot hij vertrok, gebruikte de woorden die me aanspraken.
Een tijd was ik los van God tot ik via engelen weer bij de geestelijke wereld kwam. Ik deed een opleiding tot aurahealer en - reader, en bij mij zagen de mede-cursisten vaak engelen. Ik startte een groepje naar aanleiding van het boek 'De Celestijnse belofte', waarin we experimenteerden met spirituele invullingen.
Toen verscheen het boek 'Een ongewoon gesprek met God', en sloot ik vriendschap met deze God van Liefde.
Ik startte een gespreksgroepje naar aanleiding van dit boek. En in deze periode gebeurde het.
Een keer, toen we samen waren geweest, was ik teleurgesteld over onze uitwisseling, we hadden afscheid genomen en ik had nog wat tijd over voor ik een zoon van school ging halen. Ik wandelde in Kijkduin, ik weet nog precies waar, het pad is inmiddels verdwenen, ik draaide me om en keek uit over de zee en de duinen richting Scheveningen, en ineens:

Veranderde alles om me heen en daalde er een grote deken van Liefde neer op de wereld. Deze deken kwam in alle hoeken en gaten van alle woningen, tot in de meest arme huizen.
Het was overal.
En het was alsof alleen dàt nog telde: die grote deken van Liefde die niets en niemand oversloeg.

Hoe lang het duurde? Geen idee. Langzaam loste deze sfeer/hoedanigheid/gesteldheid op en was alles weer gewoon.
En ik kon alleen maar denken: "ik heb God ervaren".

Toen ik later op de dag aan mijn kinderen vertelde over deze ervaring en dat God overal was, reageerden ze door met hun handen in de lucht te plukken waarbij ze grappend zeiden: "hee God, dag God, hallo God".

Ik kan wel zeggen dat dit de belangrijkste ervaring in mijn leven is, waarin tijd en ruimte geen rol speelden. Pim van Lommel zei me eens, toen ik hem mijn ervaring verteld had, dat hij precies dit bedoelde met een bijna dood ervaring: een ervaring van non-lokaal bewustzijn. Hoewel ik begreep wat hij bedoelde en het fijn was dat er een woord voor bestond, was 't voor mij te abstract.

Lange tijd heb ik gewenst om deze ervaring nog eens te hebben, maar inmiddels weet ik dat een dergelijke genade-ervaring eenmalig is.
Sinds die gebeurtenis, nu ongeveer 23 jaar geleden, reist deze ervaring met me mee als een wezenlijk deel van mij. Ik heb geen twijfels meer over het bestaan van God, over het bestaan van andere dimensies waar wij nog geen fractie van weten, over het bestaan van een geestelijke wereld.
Geloven is overgegaan in 'weten' zonder het beter te willen weten.
En ik durf nu te zeggen dat het cliché voor mij waar is: God is Liefde.