Wandelend door de
duinen op zoek naar een geschikte plek kwamen we uit bij een blank duingebied
met zoet water en wat bomen voor de schaduw, een idyllische on-Haagse plek.
We installeerden ons op
een doek, thee erbij en we deelden zoals we altijd doen.
En toen kwamen ze, twee
bruine uit de kluiten gewassen jonge honden leken het wel, dartelend over het
zand, en twee moeders die er rustig achteraan liepen, op zoek naar verkoeling.
Deze vonden ze in het water. Eén van de jonge Hooglanders was erg nieuwsgierig,
keek ons aan, zette een stapje dichterbij, en durfde toch weer niet.
Ons gesprek ging over
in het moment kunnen zijn en handelen, met een open hart, zonder doel, zonder
agenda. Natuurlijk waren we ons van deze bijzondere dieren bewust en hoopten we
dat ze dichterbij kwamen, maar geleidelijk lieten we die wens los, nadat we hem
benoemd hadden.
Alles was goed, we
verlegden onze aandacht weer naar ons gesprek, naar onze ontmoeting, naar onze
maanhut, ons wel bewust van deze viervoeters maar nu in totale acceptatie dat
we daar allemaal waren zonder plan. Naarmate wij meer bij onze eigen energie
bleven, kwamen ze dichterbij. De kleintjes gingen in de buurt liggen, de
moeders kwamen snuffelen (wat hebben ze een grote hoorns!) en legden zich
uiteindelijk te ruste vlak bij ons in de schaduw. De maanhut breidde zich uit
met nog twee vrouwen. Alsof het altijd zo was geweest. Tijd verdween, het was
moeilijk ons los te maken van de plek.
Terugwandelend voelde
het alsof we in een andere wereld waren geweest en voelde we ons bevoorrecht
dit te hebben ervaren. Dank aan onze viervoetervriendinnen.