vrijdag 31 mei 2019

Je droombaan


Iedere week wandel ik met een groep mensen die een klein netwerk hebben, georganiseerd vanuit stichting Open je hart (zie de link hieronder). Het doel is mensen in beweging te krijgen en met elkaar in contact te brengen,  om eenzaamheid tegen te gaan.
Bij het begin van de wandeling stel ik een thema voor of geef ik een vraag mee waarover ze met elkaar in gesprek kunnen gaan. Maar ze zijn helemaal vrij om hun eigen gesprekken te voeren.
Deze keer vraag ik welk werk ze graag hadden willen doen of wat voor baan ze heel leuk gevonden zouden hebben.
We wandelen naar het Zuiderpark, en altijd wachten we op elkaar als er achterblijvers zijn die een lager wandeltempo hebben.
Enig moment gaan we in een kring staan en vraag ik ze om de beurt hun ‘droombaan’ te zeggen. Ik vraag de anderen om dan te luisteren naar degene die vertelt, alsof deze ook echt dat werk doet. Er komen mooie banen voorbij: architect, vroedvrouw, buschauffeur, schoonheidsspecialiste.... Je kan de potentie van de mensen zien in de baan die ze noemen, verrassend hoe mensen dan verschijnen. Tegelijkertijd vanzelfsprekend.



dinsdag 7 mei 2019

De muziek mis ik nog het meest

"De muziek mis ik nog het meest', zei hij toen ik bij hem zat met een kopje koffie.
Een veelbewogen leven, al 20 jaar weduwnaar, en afgelopen december verloor hij één van zijn zoons, terwijl hij zelf in zijn laatste fase zit. Terugblikkend op zijn leven haalt hij -iedere keer als ik hem zie-  herinneringen op, associërend van de ene op de andere gebeurtenis, èn meestal boeiend, want hij vertelt alsof je erbij bent.
Veel kan hij loslaten, hij heeft geen keus, hij heeft een goed leven gehad, hoewel hij regelmatig vertelt dat het hem pijn doet als hij een echtpaar op leeftijd ziet, dat al vele jaren samen is, dat had hij ook zo graag gewild.
Voor alles is een tijd, en hij heeft leuke dingen ondernomen.
Zo speelde hij, met zijn broers, in de harmonie, op de trombone. Hij geniet als hij er over vertelt, en ik luister graag naar enthousiaste muziekliefhebbers.
En dan die zin, die blijft hangen.

De volgende dag bel ik met de voorzitter van de muziekvereniging en met de coördinator van de evenementen in het verpleeghuis. Binnen een week is het geregeld, en het wordt een verrassing.

De donderdag erop komen rond de 20 muzikanten, na hun eigen repetitie, binnendruppelen en installeren ze zich achterin het restaurant op de begane grond. Als alles klaar staat, gaat één van zijn broers hem halen op zijn kamer. Hij moet wakker gemaakt worden, en in de rolstoel komt hij beneden, met een zuurstoffles, door de verpleging al voorbereid.
Zijn zoon en een goeie vriend zijn speciaal meegekomen.
Na de eerste schrik, is hij zeer geraakt, en geniet hij volop.
Na afloop voelt hij zich de gastheer: 'Kunnen deze mensen iets te drinken krijgen van me?'
Een mooie verrassing voor een bevlogen -inmiddels overgegane- muzikant.