woensdag 21 juni 2023

Zomaar een maandagavond

 Iedere week bezoek ik haar, 86 jaar is ze, en sinds enkele weken op de palliatieve afdeling van een verpleeghuis. Ze moet wennen aan deze plek waar ze nu is, en aan het afhankelijk zijn van anderen. Ze kan het niet uitstaan dat ze namen vergeet. Zeven jaar geleden verloor ze haar tweede echtgenoot; ze kijkt dankbaar terug op haar leven met drie kinderen, twee huwelijken, kleinkinderen en nu haar eerste achterkleinkinderen, een tweeling, ze heeft ze net bezocht, 'die vingertjes!!
We praten over de ouderdom, over loslaten, hoe moeilijk dat is, en wat een kunst om te zijn met wat en hoe het nu is.
Dan pak ik mijn gitaar en zing het lied 'Blessed we are', een lied vol inclusiviteit, niemand wordt vergeten.
https://www.youtube.com/watch?v=U2JX49RRkUc

Blessed we are to dance on this ground                     Peia Luzzi/Jerome Gilbert
With the rhythm of saints to carry the sound.
We hold a prayer for the Earth, for the ones yet to come/who are gone
May you walk in beauty and remember your song.
Remember why you came here, remember your life is sacred.

Daarna vraag ik haar, gezien de stemming van dankbaarheid die is ontstaan, om herinneringen aan gelukkige momenten op te roepen terwijl ik het lied 'Geluk' zing, tekst van Monica Boschman, melodie heb ik gemaakt.
Geluk, het leven weeft geluk, van dunne draden.
In een krachtige vlecht weven ze hun vezels.

Dan ga ik voorzichtig een volgende kamer binnen, bij een vrouw die ik nog niet eerder heb gezien. Ze ligt stil en is misselijk, haar dochter is net vertrokken. Of ik iets over Jezus die voor onze zongen is gestorven, kan zingen.....
Ik zing een gebed voor haar:
Oh Lord hear my prayer, oh Lord hear my prayer
When I call, answer me.
Oh Lord hear my prayer, oh Lord hear my prayer 
Come and listen to me

Ze vindt het mooi. ligt met gesloten ogen en als ik het goed hoor, humt ze een beetje mee.
Dan zing ik:
Bless the Lord my soul, and bless His holy name
Bless the Lord my soul, he leads me into life.

Nu hoor ik haar duidelijk mee neurien, met een vage glimlach, en ik denk: hier doe ik het voor, voor deze momenten.
Dan is het alweer genoeg en ze lacht me dankbaar toe.

In de derde kamer ligt een man, met z'n benen half uit bed, duidelijk in de war. Samen met de verzorgende leg ik hem goed en vraag dan of hij Herman van Veen kent.
Hij luistert naar verschillende liedjes, ligt rustig en laat merken dat hij het fijn vindt.

Zo heeft iedere ontmoeting een geheel eigen sfeer.