woensdag 29 mei 2013

Mee met de stroom, hoe gaat dat eigenlijk?

Ik heb genoeg te doen, maar de zon schijnt en ik besluit naar buiten te gaan. Sinds lange tijd trek ik mijn hardloopkleren weer eens aan en vertrek. Dat is een tegenvaller: ik voel meteen mijn kuit, die ik de afgelopen dagen ook al een beetje voelde maar verder heb genegeerd. Half rennend, half wandelend ga ik door, want ik wil zo graag de zee zien, horen, ruiken en voelen.
Wandelend in de duinen kom ik Bonnie tegen bij wie ik regelmatig een meditatie en andere mooie workshops volg. Heerlijk om meteen even over kernzaken te praten, en wat dat voor ons dan blijkt te zijn: alles begint bij liefde voor jezelf. We zijn blij dat we onszelf deze vroege ochtend in de duinen gunnen en vervolgen ieder onze weg.
Het strand is prachtig, perfect voor een labyrint. Het brengt me op het idee een keer een labyrintloop aan te bieden in de vroege ochtend voordat mensen naar hun werk gaan. Ik wandel een tijdje langs de vloedlijn, de zee is koud en heerlijk verfrissend.
Door de duinen vervolg ik mijn weg. Ik realiseer me dat (noodgedwongen) wandelen ook fijn is, omdat ik nu meer hoor en zie. Als ik hardloop ben ik vooral bezig met mijn lijf en wat meer in mezelf gekeerd, nu hoor ik de vogels het mooie weer bejubelen, ontmoet ik bomen, herken ik smeerwortelplanten en ben van plan nu eindelijk eens brandnetels te plukken en daar soep van te maken. Ik denk aan de visualisatie van een paar dagen terug bij Willemijn, de zus van Bonnie, waar een stralende figuur me iets aanreikte: een trap van licht die ik op liep. Daarachter was leegte, niets, ik liet me vallen, het was eng maar ik kon niet anders, en hoorde: "Zo is de dood, het grote niets waar alles mogelijk is. Alles kan gecreëerd worden". En terwijl ik verder wandel komen de ideeën achter elkaar binnenstromen, alsof er een kraan wordt aangezet, een overvloed aan mogelijkheden in een eindeloos veld.

Verder lopend kom ik een vrouw tegen die ik ken uit de buurt, we groeten elkaar altijd maar voor het eerst raken we in gesprek. Helemaal blij wordt ze als ze over mijn aanbod in de tipi en het labyrint hoort. "Dat heb ik nou net nodig'. Twee moeders van school passeren en groeten ons, één heeft al een paar keer een labyrint bij me gelopen. Ik zeg dat het een perfect strand is voor een labyrint en leg uit hoe ze hem kunnen maken op het harde zand.

Langs de Bosjes van Pex zie ik zoveel fluitekruid staan en besluit een grote bos te plukken voor Theo die mij nog toeliet bij een bijeenkomst die eigenlijk al vol was. Zo aardig van hem.
In mijn straat kom ik weer een moeder van school tegen die reageert op mijn enorme bos bloemen: 'Daar zijn ze voor'! We praten over onze levende en al overgegane moeders, onze worstelingen in de zorg eromheen, onze plek als volwassen dochters, en omhelzen elkaar in herkenning.

Zo kan het gaan als je met de stroom van het leven beweegt: langzamer gaan door een kuit die aandacht vraagt, en precies op het juiste moment de juiste mensen ontmoeten. Ik voel me gedragen. Wat een rijkdom.

zondag 5 mei 2013

Het Labyrint van Chartres

Het was alweer een tijd geleden dat ik het labyrint had gelopen en het verlangen groeide en groeide, ik voelde het letterlijk in mijn lijf. Samen met labyrintwerker Kitty Hendriks, die ik via facebook heb leren kennen, ging ik op reis, met de auto, een prachtige dag, donderdag 25 april. We arriveerden rond een uur of vier en gingen zo snel mogelijk de kathedraal in, voor een eerste begroeting. Wat is het toch een mooie plek, iedere keer weer ben ik verrast door het gevoel van ruimte dat ik binnen in me ervaar als ik er ben en om me heen kijk. Hier zijn mensen aan het werk geweest die wisten van oude tijden, van de moedergodin, van religie-overstijgend denken en van schoonheid. Veel beelden, maar geen Christus aan het kruis. Bevrijdend om hier in alle openheid van te mogen genieten. 's Avonds een vesperdienst bijgewoond in de crypte waar we recht tegenover het beeld van Maria zaten. Een bof, want de crypte kun je normaliter alleen binnengaan met een gids. Daarna genoten we van de volle maan, we bezongen haar met het lied 'Neesa' en we zaten lange tijd bij de prachtige lichtshow die buiten werd geprojecteerd op de kathedraal.
De volgende ochtend staan we om 8.30 uur voor het hek, en betreden zo'n beetje als eersten de kathedraal. Vrijdag is de dag dat alle stoelen van het labyrint worden gehaald en het gelopen kan worden, de andere dagen is het bezet met stoelen. Kitty had me verteld dat ze het eigenlijk wel mooi vond, dit gebruik, omdat het dan iedere keer weer opnieuw vrij wordt gemaakt. Gedachten hebben kracht, dat blijkt maar weer. Want alle stoelen staan er nog! We kijken elkaar aan en besluiten dat er niets anders op zit dan zelf aan de slag te gaan. 'Dit is heilig werk', zeggen we tegen elkaar en vanaf dat moment gaat het als vanzelf, alsof onze taak is verschoven van ontvangen naar ook zelf faciliteren net zoals we in Nederland doen. Na verloop van tijd worden we geholpen door een paar andere mensen die ook voor het labyrint komen.
En die eerste stap het labyrint in, heilige plek, voelt weer als thuiskomen. Ik hoor steeds vaker stemmen in me als ik me open stel, en nu is dat ook zo, bemoediging vooral, het 'stemt' me blij en dankbaar. Het is alsof ik de afgelopen paar jaar van mijn leven loop, ik kan voelen welke stappen ik heb gezet en hoe ik steeds meer de stem van mijn hart ben gaan volgen. Ook voel ik een sterke verbinding met de Aarde en voel de uitnodiging me nog meer met haar te verbinden. Ik begin zacht te zingen en de twee vrouwen en man die achter me liepen, nemen het over. Op bepaalde momenten als we dicht in elkaars buurt lopen blijken de stemmen wonderwel te harmoniëren. Ik ontvang het als een boodschap dat het goed is dat ik mensen meeneem in het zingen.
Na Kitty betreed ik het centrum, stap op de zes roosbladeren terwijl ik een gebed zeg en kniel in het midden. De drie mensen die zongen blijken een echtpaar en een vrouw die als een geestelijke fungeert. Onverwacht zijn Kitty en ik getuige van een verbindingsritueel in het centrum, de geestelijke pakt de handen van man en vrouw samen en prevelt een gebed, een zegening waarvan ik alleen het woord 'shanti' versta. Na het korte ritueel maak ik oogcontact met de echtgenote, die tranen in haar ogen heeft, en ik zing spontaan een paar keer 'shanti'. Dan verlaten zij het centrum en zij wij weer alleen. Ik zing het lied 'I am one with the heart of the Mother' en dan vervolg ik ook mijn weg, het labyrint uit. Zo rustig en vervullend als de heenweg voor mij is, zo turbulent wordt het vervolg. De concierge loopt met een karretje  met spullen achter zich aan dwars door het labyrint, vooral zijn bozige energie raakt me. Ik ben even met hem bezig: 'wat is je verdriet?', jaar in jaar uit, want ik herken hem van andere keren. En bedenk me dat als ik hem deze vraag zou stellen, hij wellicht nóg bozer zou worden. Ik voel compassie en open mijn hart, en zo loop ik verder. Dan komt een groep Italiaanse toeristen  met een gids die hen bijna het labyrint in jaagt alsof het een onderdeel van het programma is dat even afgewerkt moet worden. In sneltreinvaart lopen ze dicht achter elkaar aan door de paden. Verbaasd blijf ik staan en bedenk me hoe eenvoudig het is om mensen tot een verdiepende ervaring uit te nodigen. Ik overweeg om de gids aan te spreken en haar te vragen of ze de mensen iets heeft verteld over het labyrint, de boodschapper in mij... Maar zie ervan af.
Eerst voel ik boosheid en zou willen roepen dat het een heilig symbool is, geen gewauwel en geklets in het labyrint. Moet denken aan Jezus die de kooplieden verjoeg uit de tempel.
Dan voel ik verdriet. Wat me raakt in het gedrag van de gids en dat van de concierge is het ontbreken van respect voor dit eeuwenoude symbool, het voelt als een ontheiliging. De tranen lopen over m'n wangen, ik heb geen behoefte ze tegen te houden en ik laat ze gaan. Op een gegeven moment kom ik de hele groep op een pad tegen, ik laat een aantal mensen passeren, achter elkaar lopen ze snel door, tot ik voel dat ik het niet langer kan, ik blijf staan en sluit m'n ogen, maak me energetisch groot, en denk: doe maar wat je wilt, ik ga nu niet meer opzij. Als ik m'n ogen weer open, zie ik een man voor me die stilstaat en niet weet wat hij moet doen, en ik laat hem en de rest passeren.
Verder lopend kan ik voelen dat het labyrint geen onderscheid maakt en geen oordeel heeft: het is er voor iedereen, wat hun redenen en hun interesses ook zijn. Daar kan ik nog wat van leren. Op het strand ontmoet ik alleen mensen die bewust komen voor het labyrint, hier is het publiek veel gemêleerder, hier is meer gelaagdheid, en alles mag er zijn.
Als ik het labyrint verlaat en bedank, schrijf ik mijn ervaringen op en zie dan de dochter van Michel, die ik -toeval bestaat niet- gisteren bij AH zag en me vertelde dat zijn dochter het labyrint ging lopen deze week. Ik praat even met haar en ga dan bij Maria met haar kind zitten, een beeld verderop en spreek met haar. Het is een prachtig eenvoudig houten beeld dat helaas is aangekleed met pracht en praal.Uit haar gezicht spreekt zoveel tegelijk, ongelooflijk dat iemand al die kwaliteiten in één beeld heeft kunnen vangen. Ze zegt me bij mezelf te blijven wat er ook gebeurt.  'Kijk wat voor kleed ze mij hebben aangetrokken, ik word er niet minder of anders door'.
's Middags lopen we het labyrint nog een keer. Ik heb voor vertrek 'het Jezus mysterie' van McGowan weer een keer gelezen en terwijl ik loop realiseer ik me ineens met een schok dat dit labyrint misschien wel teruggaat tot koning Salomo, die dit ontworpen zou hebben. De enorm lange lijn in generaties voel ik terwijl ik verder loop, verbonden met oude tijden. In het centrum lees ik een heilige tekst, voel me dankbaar en teruglopend ontmoet ik niets dan vriendelijkheid. Als ik na afloop bij het labyrint zit gaat een groep kinderen het labyrint in, huppelend en vrolijk vol levenslustige energie. Een mooie afsluiting.
Als ik dan ook nog informeer en te horen krijg dat het misschien mogelijk is om een keer met mijn octet in de kathedraal te zingen, keer ik opgetogen en vervuld huiswaarts.