woensdag 22 februari 2023

Waarom zou je opbaren met graszoden?

Afgelopen jaar in november was ik nauw betrokken bij het overlijden van een dierbare vriend. Na zijn overgaan is hij thuis opgebaard met graszoden, een aantal plakken gras die we uit een grasveld hadden uitgestoken en op theebladen en oven-bakblikken hadden gelegd. Deze werden op de grond onder het bed geplaatst en een paar keer per dag besproeid met water waarin kwartsdruppels en rozemarijn badmelk zijn opgelost. Een liefdevolle handeling die mijn vriendin graag deed voor haar man, alle dagen tot aan de uitvaart. 

Waarom zou je dit nu verkiezen boven een koelplaat?
Het gaat er, kort gezegd, om waar je voor wilt kiezen: controle houden of de natuur haar gang laten gaan. 
Wil je dat het (afgelegde) lichaam toonbaar blijft voor jezelf en het bezoek, dat het 'er goed uit blijft zien', dan kun je kiezen voor een koelplaat. Het proces van ontbinding wordt dan vertraagd, bijna stopgezet, omdat het lichaam wordt bevroren.
Je kunt er ook voor kiezen om het lichaam de gelegenheid te geven in het eigen tempo te ontbinden. Daarbij kunnen graszoden dit proces ondersteunen. 
Gras werkt verkoelend want het heeft warmte nodig. Daardoor onttrekt het warmte aan de omgeving. Belangrijk is dat de ramen gesloten  blijven en de verwarming uit is.  
Bovendien zijn er geen mechanische geluiden en verstoringen voor het rustig afleggen door de ziel van het lichaam. Hieraan ligt de overtuiging ten grondslag dat het leven bij het overlijden niet ophoudt. En dat maakt dat je anders met het gestorven lichaam en de ziel van de overledenen omgaat.  
Vaak wordt er dan na het overlijden gewaakt om de ziel te ondersteunen met het rustig verlaten van het lichaam en een bedding te vormen tegen negatieve verstoringen.  (Zie daarvoor mijn blog over waken na overlijden)

Ik heb weer ervaren wat een heilzame werking er uitgaat van deze natuurlijke, ecologische en energetisch schone manier van koelen. De serene sfeer, de eerbied voor de overledene en het proces dat hij doormaakt, de vrede die voelbaar is, de stilte.  
Ik zou het iedereen gunnen.


zaterdag 28 januari 2023

Hulp aan daklozen

In het maandelijkse schrijfcafe in het Vreedehuis onder leiding van Miranda Scheperboer kregen we de opdracht een woordspin (associaties) te maken rond het woord 'Winter'.
We lazen in kleine groepjes onze woordspin aan elkaar. Confronterend was het voor mij toen ik iemand uit mijn groepje het woord, haar associatie 'daklozen onder de brug' hoorde zeggen. Daar had ik niet aan gedacht bij mijn woordspin, alleen maar aan mijn eigen 'bubbelwinter'. Daar schreef ik als reactie over, met de vraag:
Wat doe ik eigenlijk voor daklozen?
Heel weinig, constateerde ik, we geven een bedrag aan het Leger des Heils, en geven regelmatig iets aan de straatkrantverkopers. Dat is het.

Ik moest denken aan een van mijn zonen die bij de supermarkt in gesprek is geraakt met een dakloze man (Andrew) die voor zijn collega-daklozen soep ophaalt en dagelijks koffie en soep rondbrengt.
Hij wist te vertellen dat waar je daklozen echt mee helpt een (afgedankt) mobieltje is. Daarmee kunnen  ze toegang tot de maatschappij krijgen. Ze kunnen anderen en de gemeente bellen, hebben een mobiel nummer en kunnen daardoor gebeld worden. Deze man vertelde dat wanneer een dakloos persoon een mobiel heeft, deze soms al na twee weken niet meer dakloos is.
Hij zelf had deze ambitie nog niet, hij had een mobiel, en 'koos' voor dit leven op dit moment om anderen te kunnen helpen.

Mijn zoon vraagt nu aan zijn omgeving of ze hun oude mobieltjes aan hem willen geven zodat hij ze opgeladen aan Andrew, de helpende dakloze, kan geven.
Als je een oud mobieltje hebt, laat het me weten, dan zorg ik dat ze bij de juiste mensen komen. 

Bekijk het filmpje waarin Andrew te zien is:
https://www.omroepwest.nl/nieuws/4375528/dakloze-andrew-geeft-hulp-aan-andere-daklozen-zij-hebben-het-slechter-dan-ik

vrijdag 9 december 2022

Een spontane zangkring

Iedere week ga ik een avond naar de palliatieve afdeling in een verpleeghuis, waar ik met gitaar en lier zing voor mensen die daar de laatste periode van hun leven verblijven..
Aan de tafel in de gemeenschappelijke ruimte trof ik een van de gastbewoners met een goede vriend. De vriend was aangenaam verrast dat ik kwam zingen en sprak dit meermaals uit. De verzorgende die dienst had, kwam erbij zitten.

Ik zong enkele liedjes, van Herman van Veen, van Toon Hermans. We raakten in gesprek over zingen en het verlangen om te zingen. De verzorgende gaf aan dat ze vroeger met broertjes en zusjes veel zong en daarvan zeer had genoten. Maar nu durfde ze niet meer, al heel lang niet.
Spontaan zocht ik een laagdrempelige mantra en begon deze te zingen.
Ik nodigde hen alle drie uit mee te zingen.
Na een paar keer gingen heel voorzichtig de monden open, ik hoorde zachtjes meezingen.

En daar zaten we, in een kring rond de tafel, spontaan met elkaar te zingen, elk vanuit een eigen perspectief. Een parel op de avond.
Ik vroeg me af: voor wie was ik die avond gekomen?




 

donderdag 6 oktober 2022

Mensen zoals jij en ik

Daar kwamen ze binnen: 20 asielzoekers uit Ter Apel, namen plaats aan de tafels in de Bethelkapel in Den Haag. Wat doe je dan? Je maakt koffie en thee en heet ze welkom. 
De mensonwaardige beelden uit Ter Apel hebben kerken ertoe aangezet actie te ondernemen en tijdelijke opvang aan te bieden. De Bethelkapel in Den Haag maakte ruimte. Er kwam een oproep en ik was blij iets concreets te kunnen doen. Een groep van twintig mannen, die elkaar niet kennen, uit verschillende windstreken. De meesten zijn jonger dan mijn zoon van 22.
Sommigen waren net in Nederland toen ze met de bus naar Den Haag vertrokken, na een voor ons niet voor te stellen geschiedenis van uit je geboorteland vluchten of vertrekken, je schuil houden, lopen en lopen en lopen, bij de grens teruggestuurd worden, mishandeld, beschimpt, het weer proberen, op een veel te volle boot die omslaat, medepassagiers zien verdrinken, doorgaan, op weg naar een beter en vredevoller leven. 

De mannen moesten bijkomen en waren blij toen wij ze hun bed wezen. Er zijn twee slaapzalen ingericht met stapelbedden. Een rugzak of tas de enige bagage en er werd al snel gevraagd of er kleren waren. Vier dagen later was ik er weer en wat me opviel was dat veel jonge mannen er zo anders uitzagen: een opener blik, een lach, een vrolijke groet. Dat is wat gastvrijheid en verzorging binnen een paar dagen kan doen: een gevoel van ontspanning waardoor je weer kunt 'ademen'.

In de crisisopvang moeten ze het met elkaar zien te 'rooien'. En ieder doet dat op eigen wijze. Ze houden met elkaar de toiletten, douches en keuken schoon, sommigen koken graag, sommigen zijn veel in de ‘huiskamer’ en ook zijn er mannen die veel op bed liggen met hun mobiel. Er wordt wat taalles gegeven, ze gaan op stap met een vrijwilliger en in het gebouw is altijd minstens 1 vrijwilliger aanwezig voor vragen of wat zich aandient.

En ik, ik heb ze in m'n hart gesloten, deze mannen uit een andere cultuur, met andere gewoontes, en tegelijkertijd mensen zoals jij en ik: met familie en met vrienden, met een vader en een moeder, met dromen en met een vriendelijke lach als je elkaar aankijkt. 
Er wordt in het maatschappelijk debat een groot verschil gemaakt tussen een politieke vluchteling of een economische vluchteling. Ik begrijp dat. En tegelijkertijd zie ik allemaal mannen die met kracht en moed vanuit een uitzichtloze situatie naar een betere toekomst willen gaan. Dit zijn mannen met dromen en durf. Laten we daar gebruik van maken.

Hoe moet dat nu verder, vraag ik me natuurlijk ook af. Zoveel vragen, waarop ik ook geen sluitend antwoord heb.
Wat ik wel weet, is dat iedere vluchteling, iedere asielzoeker een mens is, als jij en ik, en een respectvolle bejegening verdient.

Tv beelden van deze plek: https://kro-ncrv.nl/ik-wil-een-ander-gezicht-aan-de-gastvrijheid-van-nederland-geven


dinsdag 23 augustus 2022

Advies van Kurt Vonnegut

 

In 2006 vroeg een lerares Engels op een middelbare school aan de studenten om beroemde auteurs te schrijven en om hen advies te vragen. Kurt Vonnegut was de enige die reageerde - en zijn antwoord was prachtig:

"Beste Xavier High School, en Ms. Lockwood, en de heren Perin, McFeely, Batten, Maurer en Congiusta.

Ik dank u voor uw vriendelijke brief. Jullie weet wel hoe je een echt oude gozer (84) moet opvrolijken in zijn jaren van zonsondergang. Ik doe geen publieke optredens meer, want ik lijk nu niet meer zozeer op mezelf als wel op een leguaan.

Wat ik je te zeggen had, zou bovendien niet lang duren: Oefen eender welke kunst, muziek, zang, dans, acteren, tekenen, schilderen, beeldhouwen, poëzie, fictie, essays, reportage, … hoe goed of hoe slecht ook, niet om geld en roem te vergaren, maar om te ervaren wat er in je zit, om je ziel te laten groeien.

Serieus! Ik bedoel, begin nu, doe iets kunstzinnigs en doe het voor de rest van je leven. Teken een grappige of mooie afbeelding van Ms. Lockwood, en geef het haar cadeau. Dans naar huis na schooltijd, zing onder de douche. Maak een gezicht in je aardappelpuree. Speel alsof je de Graaf Dracula bent. En ga zo maar door.

En hier is een opdracht voor vanavond, en ik hoop dat Ms. Lockwood je zal laten zakken als je het niet doet: Schrijf een zesregelig gedicht, over om het even wat, maar wel op rijm. Maak het zo goed mogelijk. Daarna vertel je niemand wat je gedaan hebt. Laat het aan niemand zien of draag het niet voor, zelfs niet aan je vriendin of ouders of aan Ms. Lockwood. OKÉ? Scheur het papier in teeny-weeny stukjes, en gooi ze weg in ver uit elkaar staande afvalbakken. Dan zal je merken dat je al glorieus beloond bent voor je gedicht: je hebt iets ervaren, iets geleerd over wat er in je zit, en je hebt je ziel laten groeien.

God bless you all!

Kurt Vonnegut

woensdag 8 juni 2022

Vrede als dagelijkse oefening

In de mantragroep zingen we regelmatig over vrede in jezelf toelaten en vandaaruit vredevol leven en handelen.
Mooie woorden die zeker hun werking hebben als we ze zingen.
Het wordt een concrete oefening als er dichtbij dingen in je leven gebeuren die je raken. Enkele heftige gebeurtenissen brachten me van mijn stuk, en lieten me voelen dat het bewaren van vrede in mezelf een werkwoord is, een dagelijks werken. 
Het hoofd vindt er van alles van en schiet snel in oordelen en de vrede is dan ver te zoeken.
Regelmatig word ik 's nachts wakker en dan begint het te malen.
Ik heb ontdekt dat dan de ademhaling van Thich Nath Han heilzaam is. Ik adem in en kom tot rust, ik adem uit en glimlach. Dat vraagt volle concentratie omdat anders mijn gedachten het weer willen overnemen. Rust in, vrede uit.
En dankbaar kan ik dan wakker worden, omdat ik uiteindelijk weer in slaap ben gevallen en me gedragen heb gevoeld.

Uiteindelijk gaat het om liefde voor mezelf.
'Zorgdragen voor mijn eigen ruimte' zoals een vriendin het noemde.
Vandaaruit kan ik anderen liefhebben.

Vrede als werkwoord, zoals Iria het in een lied heeft verwoord:

'If we want peace, we have to be peace.

This is a practice, not a hope.' 

https://youtu.be/zHXGU3RiGiI  bij minuut 48, met dank aan Jasperina


zondag 24 april 2022

De kracht van zingen, van gedachten, van intentie.

In mijn mantragroepen zingen we regelmatig voor mensen die ziek zijn, mensen die terminaal zijn, voor gestorvenen, voor baby's die geboren worden of zijn geboren, voor jarigen ook, voor elkaar, maar ook voor vrede, voor politieke leiders, voor de aarde, de natuur. Het thema waar iemand mee komt, wordt ingevlochten in de middag. Dit geeft een verdiepende laag aan ons samenzijn en samen zingen. 

Het is voelbaar dat we met onze zang iets betekenen voor elkaar en voor de wereld. Regelmatig krijgen we dit ook terug; we horen dan dat (de energie van) ons zingen steunend was. 

Een zelfde kracht als zingen hebben onze gedachten en onze intenties die we uitzenden. Niet dat we mensen kunnen genezen want over het geheim van leven, ziekte en dood weten we maar weinig. Maar 'het' doet wel wat, in het veld van contact, van welbevinden, van heling, van bewustzijn.
We kunnen ons (te) klein maken, we kunnen ons ook (te) groot maken; de kunst is waarachtig te zijn en vanuit ons eigen midden te doen wat goed voelt.

 Laatst kreeg ik een nieuwsbrief van Inge van Keulen met een bijzonder verhaal dat ze deelde.
Ik deel het hier ook graag met jullie want het gaat over hetzelfde.

Mijn man en ik kregen afgelopen maand op een bijzondere manier te maken met corona. Het begon ermee dat een vriend op bezoek kwam en vertelde hoe zijn zus langere tijd in kunstmatig coma gelegen had. Zij had daar herinneringen aan, van duister, eenzaamheid en strijd. Na een poos zag ze een licht, als een soort ster en ze wist: 'Er denkt iemand aan me'. Familie, vrienden, leden van haar koor en mensen uit haar dorp, gaven elke avond hun positieve aandacht aan haar, en de priester in het dorp wijdde elke ochtend een mis aan haar op. Er kwamen steeds meer lichtjes bij in haar duisternis tot zich een ster van licht om haar heen vormde, waarmee ze zich gedragen wist in die moeilijke tijd.

 Dit verhaal raakte ons. Kort daarna hoorde ik dat een familielid van een zangleerling op de IC was gekomen. Edwin hoorde op zijn werk dit verhaal ook en kende via een tennisleerling deze familie indirect ook. Hij kreeg meteen de ingeving: 'Wij moeten zo'n lichtkring beginnen'. Hij vertelde mij dat, en ik voelde dat we dat inderdaad moesten doen. Ik verzamelde wat mensen bij elkaar en de volgende avond om 21.00 uur zaten we met een groepje in mijn werkruimte. 

 We hadden een foto van haar gevraagd en die stond in het midden. We maakten in stilte contact met haar, stuurden haar licht en positieve aandacht, en verder werkten we met zang, gebed of iets lezen voor haar, wat ieder maar in te brengen had, vaak kwam het vanzelf op wat te doen. 

 Het wonderlijke was, dat wij vrij makkelijk contact konden krijgen, konden waarnemen hoe het met haar ging. Het was een spannende reis, door zo mee te leven, hebben wij ook het verdragen van onzekerheid en het oefenen van vertrouwen op haar weg meegemaakt. We wisselden af en toe uit met haar man, hij de medische kant van de reis, en wij de zielsmatige kant. Toen wij hem vol blijdschap op de hoogte wilden stellen dat we hadden waargenomen dat ze weer in het leven geland was, had hij juist gemaild dat de intubatie verwijderd was.

 Deze meditatieve bijeenkomsten hebben veel in ons aangeraakt. We hebben toegang mogen krijgen tot een grote objectieve liefde. Ook eerbied voor het zielepad van een ander mens, verwondering hoeveel we kunnen met ons bewustzijn en ontroerde dankbaarheid om dit te mogen doen voor iemand. Vooral dat laatste, grote dankbaarheid.

De reden dat ik dit in mijn nieuwsbrief schrijf, is dezelfde als waar het mee begon. Wij hoorden een verhaal en kwamen daardoor op het pad van deze mogelijkheid. We kunnen op afstand zoveel voor elkaar betekenen in nabijheid en in heling. Wie weet inspireert dit anderen ook.