maandag 26 augustus 2019

Helpen bij het labyrint in Chartres

Een vrijdagochtend in september 2017:
Ik loop het labyrint en het valt me op dat er twee mensen (op leeftijd) aan de kant zitten met een kaartje om hun hals die regelmatig mensen aanspreken die zomaar het labyrint doorkruisen.

Vrijdagochtend april 2018:
Ik zie de twee mensen weer en spreek ze aan, één van hen, monsieur Bernard, blijkt Engels te spreken. Ik vraag naar zijn werk hier: zorgen dat mensen rustig en ongestoord het labyrint kunnen lopen en mensen te woord staan die iets willen weten over de bedoeling van het labyrint.. We spreken over het labyrint. 'Veel mensen komen hier met hun eigen bedoelingen en willen allerlei zweverige dingen doen hier' spreekt hij zijn zorg uit. Ik vertel over de labyrinten die ik op het strand maak en over de ervaringen die mensen hebben, en dat het fijn is als mensen iets van zichzelf ervaren, dichter bij zichzelf komen, want vaak komen ze dan ook dichter bij een gevoel van liefde. Dat zachtheid en liefde altijd goed en helend is zonder dat die mensen naar een kerk hoeven te gaan.
Het is een open gesprek.
Op een gegeven moment vraagg ik hem of ik op een vrijdag hen zou mogen helpen als vrijwilliger.
'Are you Christian?' is zijn vraag.
Even aarzel ik: moet ik een gesprek aangaan over wat een christen is, wanneer je dat bent?
Ik ben zeer geïnspireerd door het leven en de daden van Christus. Daarom zeg ik: 'Yes'.
Dan mag ik komen.
De hele zomer komt het er niet van.

Vrijdagochtend april 2019:
Ik ben met een groep dus het is niet mogelijk die dag te helpen.
In de ochtend zie ik ms Bernard, hij weet mijn naam nog en ik zeg hem dat ik deze zomer vast een keer kom.

Vrijdagochtend augustus 2019:
Het is zover. Samen met Lutgarde melden we ons die ochtend bij ms Bernard.
Hij is alleen, zijn collega past op de kleinkinderen.
We maken een driehoek rond het labyrint, staan vaak op om mensen aan te spreken die het labyrint (dreigen te) doorkruisen. We hebben mooie gesprekken over de zin van het labyrint en soms over de zin van het leven, waartoe het labyrint uitnodigt. Soms komt er een boze reactie, maar meestal begrijpen mensen dat ze er omheen moeten lopen. Vele nationaliteiten komen langs, gelukkig spreken de meeste mensen Engels. Nederlanders wijs ik op de site in Nederland, twee Nederlanders die elkaar onderweg ontmoet hebben, hebben in Chartres een hotel genomen om de kathedraal te bezoeken, en na enig aarzelen lopen ze het labyrint. In de loop van de dag ga ik mensen herkennen die het labyrint meerdere malen lopen, (how many times? four!), en zelfs later in het stadje herken ik enkele mensen uit het labyrint.
Ms Bernard die 86! jaar is, is blij met onze hulp, zegt hij dankbaar.
Het is zijn wekelijkse taak, die heel inspannend is maar hem ook veel geeft, aan mooie contacten en gesprekken.
Uren houden we het vol, we wisselen van plek want bij de ingang is het 't drukst.
Het labyrint krijgt voor mij een andere plek die dag: ik kan nog steeds het gevoel oproepen dat ik krijg als ik de kathedraal op vrijdagochtend binnenkom om het labyrint te lopen (verwachting, verwondering, een soort van vlinders zelfs), maar nu kan ik het labyrint ook meer zien als plek om voor te zorgen, om letterlijk te hoeden en 'schoon' te houden.
Rond 17 uur komt een medewerker van de kathedraal die een paar bezoekers vraagt hem te helpen met de stoelen terugzetten.
Wij helpen ms B met het oprollen van de informatie-panelen in verschillende talen en praten wat na. 
Bek-af gaan we naar ons onderkomen, heel voldaan en blij met deze ervaring.




donderdag 1 augustus 2019

Wat geloof jij?

Voor het eerst in mijn leven heb ik een grote teunisbloem zien uitkomen!
Wat een indrukwekkend gebeuren.
Ik hoop dat ik er nooit aan wen, me steeds opnieuw blijf verwonderen.
Het was tijdens een zangweek op een boerderij in Serqueux, een klein Frans dorpje in de regio Champagne-Ardennen.
Tijdens deze 'bloemontluiking' liet ik me spontaan ontvallen: "Hier zou je toch weer van gaan geloven, als je dat niet meer deed?", waarop een vrouw antwoordde: "nou....nee!"
Ik keek haar aan en vermoedde een hele geschiedenis achter die woorden.
Het voelde niet als een moment om daar verder op in te gaan, maar het gebeuren is wel met me meegereisd.

Hoe mooi zou het zijn als we open gesprekken zouden kunnen hebben over 'het geloof', wat dat dan ook inhoudt.
Maar daar heb je het dan over.
Nu bespeur ik vaak een onuitgesproken tweedeling: zij die geloven en zij die niet geloven.
Van openheid of een open gesprek is zelden sprake.
Veel te gevoelig, veel te ingewikkeld.
Zonder oordeel nieuwsgierig zijn naar wat de ander drijft, hoe de ander naar 'het ongeziene' kijkt, wat diens beweegredenen en ervaringen zijn.  (Terwijl ik dit schrijf, op het strand, komt een witte vlinder aangevlogen en 'tikt' even tegen mijn hand. Ik geef hier meteen betekenis aan.)

En ik merk dat ik het zelf ook spannend vind, om mijn intieme gedachten en gevoelens hierover te delen en uit het oordeel te blijven, van mezelf en van de ander.
Toch kan het een verrijking zijn om juist hierover met elkaar te delen.
Misschien terwijl we samen naar een openbloeiende teunisbloem kijken.

Herken je hier iets van? Hoe is dit bij jou?

zondag 30 juni 2019

Zomergedicht van Toon


Zo vanzelfsprekend, en zo overweldigend is het volop zomer.
Uitbundig, somtijds uitputtend en uitgelaten heeft ze zich aangediend.
Je zou bijna vergeten dat het ooit anders was.
Wat wonen we toch in een prachtig land waar we seizoenen hebben. 
Een ode aan de boom van Toon, die ons herinnert aan de cyclus in het jaar.

De boom

dag lieve boom, ik heb je nog gekend
toen je geen blad meer had en eenzaam en verlaten
op deze plek te sterven stond
ik weet nog hoe ik je hier vond
en dat we samen praatten
nu heb je je weer opgericht
in regen en zonnelicht
vol weelderige kleuren
nu sta je feestelijk en blij
te stralen in de groene wei
om mij weer op te beuren

Toon Hermans

vrijdag 31 mei 2019

Je droombaan


Iedere week wandel ik met een groep mensen die een klein netwerk hebben, georganiseerd vanuit stichting Open je hart (zie de link hieronder). Het doel is mensen in beweging te krijgen en met elkaar in contact te brengen,  om eenzaamheid tegen te gaan.
Bij het begin van de wandeling stel ik een thema voor of geef ik een vraag mee waarover ze met elkaar in gesprek kunnen gaan. Maar ze zijn helemaal vrij om hun eigen gesprekken te voeren.
Deze keer vraag ik welk werk ze graag hadden willen doen of wat voor baan ze heel leuk gevonden zouden hebben.
We wandelen naar het Zuiderpark, en altijd wachten we op elkaar als er achterblijvers zijn die een lager wandeltempo hebben.
Enig moment gaan we in een kring staan en vraag ik ze om de beurt hun ‘droombaan’ te zeggen. Ik vraag de anderen om dan te luisteren naar degene die vertelt, alsof deze ook echt dat werk doet. Er komen mooie banen voorbij: architect, vroedvrouw, buschauffeur, schoonheidsspecialiste.... Je kan de potentie van de mensen zien in de baan die ze noemen, verrassend hoe mensen dan verschijnen. Tegelijkertijd vanzelfsprekend.



dinsdag 7 mei 2019

De muziek mis ik nog het meest

"De muziek mis ik nog het meest', zei hij toen ik bij hem zat met een kopje koffie.
Een veelbewogen leven, al 20 jaar weduwnaar, en afgelopen december verloor hij één van zijn zoons, terwijl hij zelf in zijn laatste fase zit. Terugblikkend op zijn leven haalt hij -iedere keer als ik hem zie-  herinneringen op, associërend van de ene op de andere gebeurtenis, èn meestal boeiend, want hij vertelt alsof je erbij bent.
Veel kan hij loslaten, hij heeft geen keus, hij heeft een goed leven gehad, hoewel hij regelmatig vertelt dat het hem pijn doet als hij een echtpaar op leeftijd ziet, dat al vele jaren samen is, dat had hij ook zo graag gewild.
Voor alles is een tijd, en hij heeft leuke dingen ondernomen.
Zo speelde hij, met zijn broers, in de harmonie, op de trombone. Hij geniet als hij er over vertelt, en ik luister graag naar enthousiaste muziekliefhebbers.
En dan die zin, die blijft hangen.

De volgende dag bel ik met de voorzitter van de muziekvereniging en met de coördinator van de evenementen in het verpleeghuis. Binnen een week is het geregeld, en het wordt een verrassing.

De donderdag erop komen rond de 20 muzikanten, na hun eigen repetitie, binnendruppelen en installeren ze zich achterin het restaurant op de begane grond. Als alles klaar staat, gaat één van zijn broers hem halen op zijn kamer. Hij moet wakker gemaakt worden, en in de rolstoel komt hij beneden, met een zuurstoffles, door de verpleging al voorbereid.
Zijn zoon en een goeie vriend zijn speciaal meegekomen.
Na de eerste schrik, is hij zeer geraakt, en geniet hij volop.
Na afloop voelt hij zich de gastheer: 'Kunnen deze mensen iets te drinken krijgen van me?'
Een mooie verrassing voor een bevlogen -inmiddels overgegane- muzikant.

vrijdag 5 april 2019

Het eren van onze overleden moeders

Afgelopen dinsdag mocht ik een workshop geven bij Bibliotheek aan de Vliet, in Voorburg, in het kader van het boekenweekthema over moeders.
De titel was 'het eren van je overleden moeder'.  En dat hebben we gedaan die middag.
We deelden over haar, schreven over haar, zongen over haar, liepen een labyrint op doek speciaal in relatie tot haar, kregen inzichten, er kwamen herinneringen boven, en we sloten af bij een vuurtje buiten waar we onze intenties/wensen/afscheidswoorden aan schonken die met de rook mee werden genomen het universum in.
Bij de afsluitende ronde binnen bedankten we onze moeder voor wat we van haar ontvangen hadden. Een ontroerende ronde, waarbij ik zelf meedeed. Mijn woorden die ter plekke opkwamen, waren: "Ik dank je voor je liefde voor de zee, voor je appelkoek (haar recept maak ik heel vaak) en voor een zorgzame broer."

Deze middag luisterden we ook naar gedichten over moeders.
En daar deel ik er een paar van:


MOEDER
Zijzelf was als de zee, maar zonder stormen.
Even blootshoofds en met een brede voet.
Rijzend en dalend op haar vloed,
als kleine vogels op haar schoot gezeten,
konden wij lange tijd haarzelf vergeten,
rustend en rondziend en behoed.
Haar stem was donker en wat hees
als schoven schelpjes langs elkander,
haar hand was warm en stroef als zand.
En altijd droeg zij om haar bruine hals
dezelfde ketting met een ronde maansteen,
waar in een neevlig blauw een kleine gele maansteen scheen.
Voorgoed doordrongen door haar kalm geruis
waren wij steeds op reis en altijd thuis.
Vasalis



wonder  
de vrouw         
waarin ik woonde
liet me los       
zei mijn naam

het doorknippen         
van onze navelstreng
als startsein voor de jojo
van vasthouden en loslaten

niet het kind               
de moeder is het wonder
zij die altijd blijft      
ook als ze weg is
Monica Boschman

We sloten af met dit gedicht over Demeter, Hetty ten Holt was zelf deelneemster, dat was bijzonder:

Ode aan Demeter
dankjewel  voor het leven
dankjewel  voor de liefde
dankjewel  voor het vasthouden
dankjewel  voor het loslaten

dankjewel  voor je bedding
de ruimte om  mezelf te worden
je voorbeelden van hoe het moet
en van hoe niet

dankjewel voor je strijd
en je verdriet     voor je eigenzinnigheid
voor je zorgen  je vertrouwen    je pijn en je angst
ik ben dankzij jou     

Hetty ten Holt

maandag 4 maart 2019

Van terughouden naar compassie


Van terughouden naar compassie

Toen ik hem de eerste keer op de (palliatieve) afdeling zag, dacht ik dat hij een geestelijke beperking had.
Hij zat half onderuitgezakt in zijn rolstoel, met een bord eten, had geknoeid, had meestal zijn ogen dicht, soms deed hij ze even open, maakte nauwelijks contact en was niet goed verstaanbaar. Mijn eerste reactie was een terughouden en niet goed weten hoe contact te maken. Zijn familie kwam op bezoek en de rest van de avond zag ik hem niet meer.

De tweede keer dat ik hem zag, een week later, had hij aanvankelijk weer bezoek. Ik had ook gehoord dat hij nogal eens uit zijn stoel viel, en dan met moeite er zelf weer inklom.
Op een gegeven moment zette de verpleegkundige hem in de woonkamer om hem wat meer in de gaten te houden, vermoedde ik. Ze had hem gevraagd of hij een voetmassage van mij wilde, en zo geschiedde. Een been op een krukje, voet op een handdoek, maar makkelijk ging dat niet want zijn voet leek een eigen leven te leiden en soms gewoon van het krukje af te willen schuiven.
Inmiddels had ik vernomen dat deze man leed aan ‘narcolepsie’ een slaapziekte waar je niet tegen kan vechten, je valt gewoon in slaap, kortdurend, continu in zijn geval. Het masseren van de voeten ging niet goed en ik vroeg of ik zijn handen mocht masseren, dat was goed.
Zo kon ik dichter bij hem zitten en iets meer sturen als hij weer voorover viel.
Oogcontact maken.
Af en toe een vraag stellen.
10 jaar geleden was het begonnen, hij werkte toen nog in de bouw.
Hij was nauwelijks te verstaan, ik probeerde me in te leven hoe dat moest zijn, als je niet begrepen wordt, en hoe het moest zijn de reacties van de mensen om je heen te verdragen. En voelde mee hoe vermoeiend het is als je geen grip (meer) hebt op je waaktoestand. Zijn handen ‘liepen’ niet weg, en intussen kon ik hem terug duwen in zijn stoel als hij naar voren dreigde te vallen.
Daarna besloot ik, op gevoel, zijn nek te masseren. Dat bleek hij heel fijn te vinden.
Wat had ik te doen met deze man.
De keer erop toen ik kwam, hoorde ik dat hij was overgegaan.
Wat ben ik dankbaar dat ik deze stap heb kunnen maken van terughouding naar compassie.